In 2024 is het 75 jaar geleden dat de Belgische kunstenaar James Ensor overleed. België herdenkt zijn sterfjaar met tal van activiteiten. Kunst in Zicht bezoekt in november onder meer de grote Ensor-tentoonstelling in Antwerpen. Deze lezing vormt een voorbereiding op dat bezoek, maar staat uiteraard voor alle belangstellenden.
James Sidney Ensor (1860-1949) was onbetwist de grootste Belgische modernist. Hij groeit op in Oostende als zoon van een Belgische moeder en Engelse vader. De familie verhuurt gastenkamers en heeft een souvenirwinkeltje met curiositeiten, zoals groteske carnavalsmaskers. Die spelen later een grote rol in zijn schilderijen. Net zoals vrouwen: na de dood van zijn vader in 1887 zorgt James voor zijn moeder, zijn inwonende tante Mimi, zijn zus Mariette en haar dochter Alexandrine.
Thuis op zolder installeert Ensor een eigen atelier. Hij is honkvast, maar trekt toch naar de academie van Brussel. Daar proeft hij van de vrijzinnige sfeer en maakt er kennis met graficus Félicien Rops en schrijver Eugène Demolder. Zij stimuleren zijn vernieuwende blik op kunst.
Samen met enkele oud-medeleerlingen van de academie richt Ensor Les Vingt op. Die vereniging speelt een belangrijke rol in de verspreiding van de nieuwste kunststromingen. Zelf ontwikkelt hij een eigen beeldtaal. Hij experimenteert met licht, lijn en kleur. In zijn taferelen duiken macabere motieven op: carnavalsmaskers en skeletten.
Tot aan zijn dood blijft Ensor een spraakmakende figuur. Zo publiceert hij over kunst, onthult zijn eigen standbeeld in Oostende, treedt regelmatig op als gelegenheidsspreker, schrijft een libretto, componeert muziek voor een balletstuk, maakt daar de kostuums en decors.