In 2025 presenteren Museum Arnhem en Museum Belvédère een tentoonstellingstweeluik rond het oeuvre van Jan Mankes (1889-1920). De twee exposities in Arnhem en Oranjewoud (beide te zien van 25 januari t/m 22 juni 2025) geven een representatief overzicht van een van de meest bijzondere Nederlandse kunstenaars uit het begin van de twintigste eeuw. Han Steenbruggen, directeur van Museum Belvedère, is door Kunst in Zicht Groningen uitgenodigd om te vertellen over het leven en werk van Jan Mankes.
Jan Mankes werd in 1889 in Meppel geboren. Het gezin verhuisde in 1904 naar Delft. Daar werkte hij als leerling bij een glasschilder. Hij volgde ook een avondopleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag, waar hij begon met het schilderen van vogels en nesten in de nabije duinen. Van 1909 tot 1915 woonde Mankes met zijn ouders in Het Meer, een buurtschap bij Heerenveen. Hier maakte hij veel van zijn beste werken, zoals het schilderij van de Woudsterweg, waarlangs hij dagelijks naar Oranjewoud liep.
Na zijn huwelijk met theologe Anna Zernike in 1916 vestigde hij zich in het Gelderse Eerbeek, waar hij de laatste jaren van zijn leven woonde en werkte. Hij overleed in 1920 op 30-jarige leeftijd aan tuberculose.
Mankes liet een oeuvre na van zo'n 150, met name kleine, schilderijen, ongeveer 100 tekeningen en zo'n 50 prenten. In meer dan de helft van zijn werk is de natuur het belangrijkste onderwerp. Daarnaast maakte hij (zelf)portretten, stillevens, landschappen en interieurs. Binnen de Nederlandse schilderkunst neemt Mankes een unieke plaats in. Zijn inlevingsvermogen zorgt voor het dromerige en doorleefde werk waarmee hij zo geliefd is geworden en dat zijn verwantschap met de Tachtigers, het symbolisme en magisch realisme laat zien. Hij wordt beschouwd als een belangrijke sleutelfiguur in de Nederlandse kunst tussen de negentiende en twintigste eeuw.